[Bernardus van Meurs]
Meurs (Bernardus van), geb. te Nijmegen, 29 April 1835, is sedert 1867 leeraar aan het Seminarie te Kuilenburg en mederedacteur van het aldaar opgerichte tijdschrift Studiën op godsd., wetensch. en letterk. gebied.
Hij schreef: Rijm en zang, Utr. 1868, 5e dr. 1876; in 1883 geheel uitverkocht en niet meer herdrukt; De Roman I, 's-Bosch 1869, 2e dr. ald. 1869; George Sand (haar leven en letterk. arbeid) en de Evangelische Maatschappij, 's-Bosch 1870; De Roman II, zijn invloed op geest en hart, 's-Bosch 1870, 2e dr. 18; De luchtballon, een voorlezing, 's-Bosch 1871, 2e dr. Utr. 1872; De Roman, eenige tegenwerpingen beantwoord, 's-Bosch 1871; De arbeid, wet des levens en der opvoeding (naar het Fr. van P. Felix) met aant., 's-Bosch 1872; De neus beschouwd op het gebied der physiologie, aesthetica en physionomie. Lezing, 's-Bosch 1873, 3e dr. Utr. 1875; Germania's dichtbloemen verzameld en overgeplant, 's-Bosch 1874, 2e dr. Kuilenburg 1883; De vroolijkheid en het lachen. Lezing, Utr. 1875, 2e dr. 1875, ook in 't Engelsch vertaald; Ludwig Uhland, letterk. studie, 's-Bosch 1875; Pepermuntjes, honderd dichtjes, Utr. 1875; De bliksem bij de Grieken en Romeinen, 's-Bosch 1876; De slaap. Lezing, id. 1878; Het leven van Ludwig Uhland en vertalingen uit zijn dichtbundel, Nijmegen 1877; De droom. Lezing, 's-Bosch 1878; Het natuurlijk sonambulisme, 's-Bosch 1878; Slaap en droom, nieuwe uitgave, Utr. 1878; Kriekende kriekske. Betuwsche gedichten, Utr. 1879, 2e dr. 1883; Het hart, met tien afbeeldingen, Utr. 1880.