[Willem de Metser]
Metser (Willem de), geb. te Oirschot, een dorp aan de Aa gelegen, werd op 9 Mei 1641 benoemd tot pastoor van Leefdaal, bij Leuven, in welke gemeente hij op 13 April 1683 op zeer gevorderden ouderdom stierf.
De van hem bekende schriften zijn: Geestelijke liederen, Leuven 1669; Den vermaerden Om-ganck der stadt Loven, met eene corte uytlegginge van den selven, gedaen door den eerw. pastoir van Leefdael, met permissie der Heeren van de Magistraet, Leuven 1681; Verheffingh ende uytstorting des Herte tot Godt op verscheyde psalmen van David, door G. de Metser, pastoir van Leefdael, in syn sieck-bed. Leuven 1682; Lofzangen ter eere van 't alderheyligste Sacrament ende van Onze Lieve Vrouwe, Leuven 1682; Regels van de Broederschap van 't Hooghwerdigh H. Sacrament met approbatie ende authoriteyt van d'Oversten in gestelt in de buyten-parochiën van Leefdael, Mol, Dessel, Op-Weulen, Saventhem, etc., door G. de Metser, 1682.