[Mr. Jan Hendrik baron van Lynden van Lunenburg]
Lynden van Lunenburg (Mr. Jan Hendrik baron van), geb. 20 Jan. 1765 te Utr., en overl. ald. den 10 Jan. 1854, stud. en prom. te Utrecht, werd reeds in April 1788 hoogheemraad van den Lekdijk-Bovendams en weinig dagen later hoofdschout te Wijkbij-Duurstede, in de nabijheid waarvan de ridderhofst. Lunenburg ligt. De omwenteling van 1795 ontzette hem van deze ambten; in 1801 behoorde hij tot ‘de Staten van den Kneuterdijk’, kwam daarna in het departementaal bestuur van Utrecht, werd onder koning Lodewijk landdrost van dit gewest, was onder den Keizer lid van het wetg. lichaam te Parijs, doch werd na de bevrijding benoemd tot dijkgraaf van den Lekdijk Bovendams, - deze functiën waren in '95 evenals alle andere graven afgeschaft - 10 Sept. 1817 curator der Utr. hoogeschool, lid van den Raad van State, in 1831 van de Eerste Kamer. Den 28 April 1848 vierde hij de herinnering van zijn zestigjarig ambtelijk leven. De toespraak bij die gelegenheid door hem gehouden en voor de vrienden en feestgenooten gedrukt, merkwaardig ook in den vorm en zeldzaam in hare soort, als de uiting der denkbeelden van zooveel ervaring van een aanzienlijk man in hooge betrekkingen gedurende dien merkwaardigen tijd, wordt hierom, ook buiten hare letterk. waarde, vermeld.