Saksen- Weimar-Eisenach, Monnikendam 1842; Inwijdings-Cantate bij de opening van den Salon des Variétés, Amst. 1844; Het tooneel, geschiedk. geschetst, Amst. 1844; Bloemlezing uit Saphir, Amst. 1844; Proeven van een Hum.-Sat. wdb. der zamenleving, Amst. 1845; Korte inhoud van de Flesch, drama, Amst. 1848; Monte-Christo, drama, 1848; De vrolijke vrouwtjes van Windsor, 1848; Wat moet het volk van Nederl. doen in deze tijden van beroerten, (anoniem) Amst. 1848; Onze Tijd, tijdschr. onder Lions red., Amst. 1849-1857; Boudewijn en De Tijd. Nieten ook zonder loterij, Amst. 1849; Stenographie en tachygraphie, 's-Grav. 1849; De eerste regtstreeksche verkiezingen in Nederl., (anoniem) Amst. 1849; Proeve eener Nederl. stenographie, Amst. 1850; De staatsregelingen in Europa sedert 1848, 2 st., 's-Grav. 1852; De nederlegging der red. van het dagblad De Grondwet toegelicht, 's-Hage 1855; Mr. F.A. van Hall en de constitutionneel, Amst 1856; De politieke haan, 3 st., Tiel 1858; Wespen op het gebied van staatkunde, wetenschap en kunst, Tiel 1858; De dagbladen in Nederland, twee drukken, 's-Hage 1858; Koloniale debatten over de jaren 1813-1865, 's-Hage 1858 en vlg.; Jean Chrétien Baud, 's-Hage 1859; Oostenrijk en Napoleon III, 's-Hage 1859; Indiës grieven en Nederlands onregt, 's-Hage 1859; De parlementaire regeringsvorm. 's-Hage 1859; De N. Rott. courant contra Philalethes, 's-Hage 1859; De regten des Konings en de motie Wintgens, 's-Hage 1860; Politiek Comediespel, 's-Hage 1860. De laatste zeven werken onder het psd. Philalethes. Het Budget van de Toekomst, 's-Hage 1862; Politieke moraliteit, een antwoord aan Dr. R. Fruin, 's-Hage 1864; Mijn staatkundig leven. Bijdrage tot de kennis der dagbladpers in Nederland, 's-Hage 1865. Verder gaf hij tal van wetten uit, schr. vert. uit het Fr., Eng. en Hoogd., gaf bijdr. in tijdschr. en de meeste hoofdart. in de door hem gered. dag- en weekbladen.