[Jacobus Leydekker]
Leydekker (Jacobus), broeder der beide voorg., geb. 9 Mei 1655 te Middelburg, stud. te Leiden, en werd pred. in 1678 te Ritthem, in 1682 te Willemstad, in 1692 te Heusden en in 1698 te Middelb., waar hij in Mei 1729 overleed.
Behalve veel godgel. werken schr. hij: Kerkelijke historie, Dordr. 1691, onder den titel: Adam, Mozes en Christus ofte aartsvaderlyke, Joodsche en Christelyke Oudheid, sedert de Wereldschepping, Midd. 1701, Gron. 1731; Philosophisen Duyvel, 1692 (tegen de Betooverde Wereld van Balth. Bekker); Verh. tegen die van Adr. van Eeghem, van de wet der Natuure, Midd. 1701; Eere van de Nationale Synode van Dordrecht in den jare 1618 en 1619, voorgestaan en bevestigd tegen de Beschuldiging van G. Brandt, 2 dln., Amst.