[Mozes Lemans]
Lemans (Mozes), geb. te Naarden 5 Nov. 1785, wijdde zich aan het onderwijs en verwierf daarbij 24 April 1819 den eersten rang, destijds een getuigschrift van veelzijdige en grondige kennis, ook blijkbaar uit zijne geschriften. Hij werd in 1828 leeraar in de wisk. te Amst., waar hij overl. 17 Oct. 1832.
Hij schreef: Levensbeschr. van Maimonides, 1815; Geschiedenis der Starrenkunst, 1819; Rudimenta der Hebr. taal, 1820, verkort in: Allereerste gronden over de voor- en nadeelen van het gelijktijdig of achtereenvolgend onderwijs, 1821; Prijsverh. over de adjectiva en adverbia, 1821; Lofrede op J.H. van Swinden, 1821; Critisch-Exegetische Verh. over het Hooglied, 1825; Redev. over de Godsdienst, 1825; De geest der Talmudische leer of toelichting van den Roman Levi en Sara, 1826, alle uitgeg. te Amst. Behalve de genoemde, werken over Hebreeuwsche letterk., wiskunde, teekenen, enz.