[Johan Willem Claus van Laar]
Laar (Johan Willem Claus van), een onzer letterkundige deugnieten in de eerste helft der achttiende eeuw, is door zijn avontuurlijk leven, de geheimhouding zijner autobiographie, de veelzijdigheid zijner vindingrijkheid om zich als auteur en in het dagelijksch leven te vermommen in de verrassendste gedaanteveranderingen, waaronder hij optreedt, nog ver van een historisch persoon. Hij wordt vermeld als ouderling der Eng. kerk, molbrouwer te Middelburg, actiehandelaar te Hoorn, komt in 1743 voor als door zijne familie besteld aan een schipper naar Curaçao, aan welke reis hij wist te ontsnappen; niet minder sterk is zijn voorgangerschap bij de Hernhutters; zijn zedelijk gedrag was niet van het verhevenste soort, tot zijne goede vrienden behoorden Hennebo en zijn kornuiten.
Op zijne rekening worden gesteld: Den bedrieger bedroogen, of den gevangen smous; Den gestraften bedrieger of den smous in 't rasphuis; Den bedrieger gestorven of den dooden smous, uitgeg. als een werk in 3 dln., Amst. 1736, afz. en met verscheidene drukken, psd. C. Lonius. Den bedroogen woekeraar, of den smous in 't hoerhuys, zelfde psd., is uit het tweede werk genomen en bevat daarvan bl. 79-178. Ook worden hem minder bedenkelijke werken toegeschr., bv. een Hist. verhaal der harde winters, Amst. 1740. Wat van hem in onderst. blad gezegd wordt, hoe belangrijk ook, is slechts een begin van kennismaking.
(De Librye, 1889.)