[Jacob van Santen Kolff]
Kolff (Jacob van Santen), geb. 19 April 1848 te Rott., kreeg zijne eerste opleiding aan de inrichting Schoonoord te Rijswijk en moest wegens zwakke gezondheid destijds het plan tot acad. studiën opgeven, beoefende in Den Haag letteren en kunst, inzonderheid de muziek, en woont sinds 1883 te Berlijn, als ‘het middelpunt van het Duitsche muziekleven.’
Schr. sedert Sept. 1871 in Het Vaderland, kort daarna en geruimen tijd in Caecilia; vier jaren later ondernam hij, door art. in De Banier, de destijds nog algemeen bestreden richting in de schilderkunst te bevorderen, zette die poging voort met zijne opstellen in Nederl. Spectator en De Kunstbode, gaf in de N. Rott. Courant verslagen van de voorstellingen der tetralogie te Bayreuth in 1876 en breidde in den vreemde zijne studiën van en verdediging der nieuwere richting in muziek en letteren zoozeer uit, dat de uitkomsten daarvan reeds lang liggen buiten het gebied onzer taal- en letterkunde, onzer kunst en haren ontwikkelingsgang. Eene reeks van bijdr. in De Portefeuille: Zolaïana, authentieke Documenten, toont dit aan. In onze taal aldus wordt slechts een klein gedeelte zijner kostbare en ijverige werkzaamheid in gen. tijdschriften gevonden; in afz. uitgave bestaan daarvan alleen: Muzikale en novellistische schetsen, 's-Grav. 1875. In het Amst. maandblad voor muziek, het orgaan der Wagnervereeniging, schr. hij in 1889: Hans von Bülow als dirigent, en De Genesis van Wagner's Parsival.