[Jacobus Koelman]
Koelman (Jacobus), geb. te Utrecht in 1632, prom. aldaar in de wijsbegeerte en werd in 1650 pred. bij den resident der Staten te Brussel en in 1662 te Sluis in Vlaanderen. In 1674 werd hij door de Staten-Gen. uit zijn bediening ontzet, en door die van Zeeland uit hun gebied verbannen omdat hij zich oneerbiedig had uitgelaten over de overheid en niet minder tegen de ‘Kerckenordinge’. Sinds zwierf en predikte hij op verschillende plaatsen en stierf te Utrecht in 1695.
Behalve een groot aantal theol. werken, bijzonder tegen Cartesius en Balt. Bekker, de Formulieren en de kerkel. feestdagen, schr. hij: Geestlyke gezangen en een Hist. Catechismus te Amst. en te Utr. uitgegeven; hij moet ook veel Eng. boeken vertaald hebben.