[Sent Foppes Klijnsma]
Klijnsma (Sent Foppes), geb. te Wolvega 9 Nov. 1790, studeerde eerst aan het athenaeum te Franeker, doch ging in 1813 in den krijgsdienst en werd 2 Febr. 1814 2e luit. bij de pontonniers, 19 Dec. daaraan-volgende 1e luit., woonde daarop den veldtocht in België bij; in 1819 werd hem het onderwijs in de wiskunde aan de kadets opgedragen, werd in 1823 tot kapt. bevorderd en kwam in 1827 bij de directie der genie te 's-Hage. Hij woonde den veldtocht van 1831 bij, werd in 1853 met den rang van kolonel gepensionneerd en vestigde zich op Lycklama-Stins bij zijne geboorteplaats, waar hij overl. 4 Maart 1874.
Behalve zijne werken, betrekking hebbende op de genie, schr. hij: Geschiedk. herinneringen aangaande de voormalige vestingen Steenwijk, Kuinre en Blokzijl, Mepp. 1853; Geschiedk. herinneringen uit de voormalige grietenyen Oost- en West-Stellingwerf, hoofdzakelijk aangaande het geslacht der Van Harens, 1861; Het Biogr. Wdb. Levensberichten van wis-, natuur- en sterrek. van alle tijden en volkeren, Amst. 1870, 1e afl.; een paar stukjes in de Volks-bibl. en bijdragen in tijdschriften.
(Ned. Spect., 1874.)