[Mr. Willem Kist]
Kist (Mr. Willem), geb. te Woerden, 1 Sept. 1758, kwam 5 Nov. 1776 in het Staten-collegie te Leiden, en werd in 1779 conrector der Lat. scholen te Breda, vijf jaar later rector te Middelburg, in 1789 hgl. aan de Ill. school aldaar. Tien jaar daarna geraakte hij in het bestuur van den O.-I. handel, tot 1807; later was hij dir. der Gazette nationale te Brussel, in 1816 van de Ned. Staatscourant. Hij bracht zijn rusttijd, sinds 1828, te Arnhem door, waar hij overleed 5 Jan. 1841.
Behalve drie Latijnsche redevoeringen, (waarvan eene, door Van der Palm vertaald, is uitgeg., Midd. 1790) en een verhandeling over Luc. II: 2, schr. hij de volgende veel gelezen werken: Het leven, gevoelens en zonderlinge reis van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk, 2 dln., 2e dr., Amst. 1824; De ring van Gyges wedergevonden of verzameling van meest Nederl. karakters, 4 dln., Haarl. 1805, 2e dr. Amst. 1823; Eduard van Eikenhorst, zijne huisgenooten en vrienden, 4 dln., Amst. 1811; De Wonderbril, 2 dln., Amst. 1812; Louise van Walburg, 2 dln., Amst. 1813; Zonderlinge lotgevallen van Barend van Poederen, weleer geheimschrijver van den landjonker van Blankenheim tot den Stronk op eene reis door Holland, Zeeland, Brabant en Vlaanderen, 2 dln., Amst. 1814; Constantia van Falkemade of de vaderlijke woning, Amst. 1814; Albertina van Wilgenhorst of de rampen der vooroordeelen, Leid. 1815; Leonore van Atrecht of de belooning der standvastigheid en liefde, Amst. 1815; Ferdinand van Waldonk of het gemis van wereldkennis, een bron van teleurstellingen en rampen, Amst. 1816; Karakterschetsen, zeden en gewoonten van Nederl. mannen en vrouwen op een reis door het Kon. der Nederl., Amst. 1816; De Egyptische tooverstaf of karakterschetsen en tafereelen des menschelijken levens, Rott. 1823; Herman van Giessen en zijn lotgenooten of de gevolgen des oorlogs en der staatsomwentelingen, 2 dln., Delft 1825; De ongehuwde en gehuwde Nederl. vrouwen of karakterschetsen en voorbeelden tot voorbereiding en bevordering van het ware huwelijksgeluk, 2 dln., Delft 1826; De Nederl. jongelingen, Rott. 1829; Lodewijk van Landen of de twee bronnen, 2 dln., Rott. 1832; De Belgen vóór, gedurende en na den opstand, Rott. 1834; De speer van Ithuriël of tafereelen en schetsen op een reis door Noord-Nederland en naburige gewesten bijeenverzameld, 2 dln., Arnh. 1835.