[Lambertus Anthonius Johannes Kettmann]
Kettmann (Lambertus Anthonius Johannes), psd. Floris van Westervoort, geb. te Westervoort, 11 Juli 1830, was achtereen-volgens smidsjongen, soldaat, cargadoors-bediende en tooneelspeler, later hoofd-regisseur der vereenigde Tooneelisten, alsook bij het Nederlandsch tooneel te Amsterdam en bekleedde sedert 1882, dezelfde betrekking bij het Nederlandsch tooneel te Antwerpen, waar hij overl. 10 Dec. 1889. Door eigen oefening verkreeg hij de noodige kennis der oude en verscheidene nieuwe talen. Zijne jongelingspoëzie: De vier Jaargetijden, verscheen met het epos De Stier in 1866 en van dat jaar tot 1873 plaatste hij in verschillende tijdschriften bijdragen in proza en poëzie.
Afzonderlijk gaf hij uit: Dientje, roman, Leiden 1874; Herman, roman, Amst. 1876. Voor het tooneel leverde hij in proza of in dichtmaat: Ongel en Wrongel, Amst. 1869; De Schijnvriend, Amst. 1869; Den Kikkert en den Dikkert, Amst. 1869; Een grap, Amst. 1869; Een traan van vergiffenis, Amst. 1869; Een verjaarsgeschenk, Amst. 1869; Nou! minnespel, Amst. 1869; Verliefd gehassebas, minnespel, Amst. 1870; De Brandwacht en zijn Liefje, minnespel, Amst. 1870; Krelis en Antje, minnespel, Amst. 1874; In de Peeceestraat, minnespel, Amst. 1874; Bruinhilda, treurspel, Amst. 1875; Camilla, minnedrama, Antw. 1882; Door 't spleetje van de brievenbus, minnespel, Antw. 1882; Onze Moeders, minnezangspel, Antw. 1883; Als de Rechte maar komt, minnezangspel, Antw. 1884; Klytaimnestra, treurspel, Antw. 1886; Margaretha, gravin van Vlaanderen en Henegouwen (zwarte Margriet), treurspel in 5 bedrijven, Antw. 1886; Hannes en Klaartje, minnespel in éen bedrijf, Antw. 1887; Wouter en Dooreken, minnespel in één bedrijf, Antw. 1888; Graaf Koenraad von Zolre, drama in drie bedrijven, Antw. 1888; Harald en Hilda, minnedrama in éen bedrijf, Antw. 1888; Dat kan, minnespel in éen bedrijf, Antw. 1889; De Tweelingszusters, ernstige alleenspraak voor meisjes, Antw. 1889; Kobe en Rosekens, minnespel in éen bedrijf, Gent 1889.