[Peter Frans van Kerckhoven]
Kerckhoven (Peter Frans van), geb. te Antwerpen 10 Nov. 1818, ontving zijn eerste onderricht op het Atheneum zijner geboortestad, en ging in 1836 naar Bologne om er in de geneeskunde te studeeren; hij verliet deze stad in 1840, en legde zich van toen af op de Vlaamsche letterkunde toe. Hij volgde nog twee jaren de geneeskundige lessen aan het hospitaal te Antwerpen, doch voleindigde deze studie niet, en ging bij zijn vader op het handelskantoor. In 1849 werd hij klerk op het gemeentehuis zijner geboortestad, maakte in die betrekking bevordering tot onder-bureeloverste en stierf 1 Aug. 1857 te Antw. Hij was een van de vruchtbaarste Vlaamsche schrijvers, en werd vele malen bekroond.
In 1840-'42 schreef hij: De Noordstar, van 1845 tot '46; Het kunst- en letterblad, en van 1847 tot 1857 de Vlaemsche Rederyker. Hij schreef: Hildame de Gitana, 1840; Marrietta en Leonardo, eene Venetiaensche geschiedenis, 1840; Gozewyn graef van Stryen, een dichtkundig verhael uit de middeleeuwen, 1841; De drie kinderen, 1841; Fabricius en Lange Margriet, 1841; Santafiora, 1841; Te Venetien, 1841; De graef van Steenburg, 1842; Professor Severius, 1842; Het wonderbare boek, 1842; al deze novellen zagen het licht in De Noordstar. Verder gaf hij uit: Oud Belgie, twee dichtkundige tafereelen uit de oude geschiedenis des Vaderland, 1842; Jaek of een arm huisgezin, 1842; De koopmansklerk, eene Antwerpsche zedenschets, 1843; Vlaemsch taelverbond, volledige beschryving der algemeene letterkundige vergadering en van het daerop volgende feest, gehouden te Brussel, den elfden February 1844, met eene inleiding, 1844; Daniël, roman, 1845; Fernand de zeeroover, marineschets, 1845; Over den toestand der schilder- en letterkunde in de XVIe eeuw, gevolgd door eene lofrede op Otto van Veen, (bekroond) 1845; Karel de Stoute, gedicht, 1845; Jakob van Artevelde, gedicht, 1845; Gedichten en balladen, 1846; Lof en levensschets van Simon Stevin (bekroond), Brugge 1846; De Vlaemsche Beweging, een woord aen het publiek en aen de Vlaemsche schryvers, 1857; (met Em. Rosseels): Richilde, drama in 5 bedryven, Brugge 1847. In de Vlaemsche Rederyker schreef hij: Een noodlottig geheim, 1847; Kristiaen, een verhael, 1847-'48; Laet God de wraek, een verhael uit den lagen volksstand, 1848; Ons vaderland, gedicht, 1849; Bernhart, een verhael, 1850; Iets over de Venetiaensche republiek, 1850; Eene opligting, 1850; Gaëtano en zyne bende, 1850; Willem Middernacht, 1850; Hoe men zynen weg maakt; Valentyn, een verhael, 1851; Mevrouw de la Roche, 1851; Jan Reim, 1851; Fioretta, 1851; Uit mijn Dagboek, Teresia, 1851; Twee Naeisters, 1851-'52; Uit myn dagboek, Sabina, 1852; id. Beatrice, 1852; Verhandeling over het dierlyk magnetisme, 1852; Iets over de maatschappelyke hervorming, 1853; Uit myn dagboek, De Occhiata, 1853; id. Marianna, 1853; Reisherinneringen uit Italië, Uit myn dagboek, Valeria, 1853; id. De Molinara, 1854; Giannina, 1854; Muerschildering, 1854; De geschiedenis van een huis, 1855; Levensschets van Lodewyk Rysheuvels, 1855; Een reisverhael uit Siberië, 1855; Iets uit het leven van Aalbrecht Durer; Kristina, 1855; Maria van Velten, 1855. Behalve het genoemde gaf hij nog uit: Ziel en Lichaem, roman, 1848; Aen wie de schuld? een verhael, 1848; Hoe men mensch wordt, een verhael, 1849; Voor 't volk. Volksverhalen, 1849; Avondlezingen, Brussel 1849; Pieter de Zwyger, 1841; Een herinnering uit Italië, 1850; De gestrafte wraek, drama in 2 bedrijven, 1850; Liefde, een roman in brieven, 1851; Licht en Bruin, en Wit en Zwart, verhalen, 1851; Jaloerschheid, volk-drama in twee bedryven, 1851; Boer en Edel, tooneelspel in 3 bedrijven, 1853; Twee redevoeringen voorgedragen in den kunst- en letterkring te Antwerpen in den loop der winterzittingen van het jaer 1853-'54; De Dronkaerd, drama in 3 bedrijven, 1854; Twee katten voor eene doode musch, blyspel in één bedrijf, 1855; Fanny, tooneelspel in 3 bedrijven, Gent 1855; Twee goddeloozen, verhaal, door Jan de Vry, Brussel 1857; De verdenking, drama in één bedrijf, 1860, en De Du-Dijners, kluchtspel in één bedrijf, 1866. Al deze werken werden, voor zoover het er niet anders bij vermeld staat, te Antwerpen gedrukt en velen er van verschenen nog gezamenlijk onder den titel: Volledige werken van P.F. van Kerckhoven, 13 deelen, Antw. 1869-'73.