[Mr. Jacob Carel Willem le Jeune]
Jeune (Mr. Jacob Carel Willem le), werd uit eene regeeringsfamilie geb. in Den Haag, 30 Aug. 1775 en aldaar als eenig kind eenzelvig voorbereid tot de studie, die hij te Utr. begon in 1793. Door de gebeurtenissen van de volgende jaren, verliet hij ons land, was eenigen tijd in Denemarken en Noorwegen, en keerde terug om in 1802 te promoveeren. Eerst praktizeerde hij in Den Haag, geraakte in 1805 aan een ambt en volgde de ambtenaarsloopbaan in het finantiewezen tot in 1822. Na zijn pensioen bekomen te hebben, verkocht hij zijne uitmuntend geregelde boekerij, vestigde zich te Wageningen, bracht daar nog vele jaren in letterk. oefeningen door, en overleed er 2 Aug. 1864.
Behalve verspreide stukken, opgegeven in onderst. autobiographie, is van hem afz. verschenen: Proeven van bijdr. tot de kennis der Noordsche letter- en oudheidk., Amst. 1810; Geschiedk. nasporingen omtrent armen en bedelarij, 's-Grav. 1816; id. over de afkomst en verspreiding der talen, Delft 1826; Verh. over de Odinische godenleer en het gebruik derzelve in de Ned. dichtk., Mnemosyne XVII, 1828; Letterk. overzigt der Ned. volkszangen sedert de XVe eeuw, 's-Grav. 1828; Bouwstoffen voor de Ned. Letterk., 3 st., ald. 1829-'33; Over het verrijken onzer moedertaal, Leid. 1839; Het brievenpostwezen in de Ver. Ned., Utr. 1851; Dichtvuur-