[Gijsbert Jacobsz]
Jacobsz (Gijsbert), ook Japiks genoemd, werd in 1603 te Bolsward geboren, daar in 1637 tot onderwijzer en voorzanger aangesteld en overleed er in Sept. 1666.
Hij was voor de Friezen de dichter bij uitnemendheid. Zijne gedichten zijn na zijn dood uitgegeven onder den titel van: Friesche Rymlerye, yn trye delen forschaet: d'eerste binne Ljeafd in Bortlycke Mingeldeuntjes: 't oorde sinte Gemiene aef Huwzame Petear, in ore Katerye, 't efsterste iz Himmelsch Harp-luwd, dat is to sizzen, ytlycke fen Davids Psalmen, Bolsward 1668. Gabbema bezorgde den 2en druk, Leeuw. 1681, titeluitg. Franeker 1684, de 3e druk werd door E. Epkema bezorgd, Leeuw. 1821. Verder bestaan nog: Eenige Gedichten van Gijsbert Japiks, met korte aant. van P. Leendertz Wzn., Sneek 1853; Frysce Rymlerye, yn de spelling fen Dr. J.H. Halbertsma, oerbrocht fen Waling Dijkstra, Franeker 1853.
(Halbertsma, Hulde aan Gijsbert Japiks.)