Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Abraham Hartog Israels]Israels (Abraham Hartog), werd 27 Maart 1822 te Gron. geb., ontving zijn aanvankelijk onderricht van Brugsma, zie blz. | |
[pagina 388]
| |
126, werd in 1840 student en kwam toen onder de bijzondere leiding van Dr. Ali Cohen, zie blz. 163. Hij prom. 15 Maart 1845, werd in 1876 lector aan het Athenaeum te Amst., in het volgend jaar hoogl. in de gesch. der geneesk. en de hygiene aan de gem. universiteit ald.; hij overl. 26 Jan. 1883. Schr.: Twee epidemiën in Ned., 1853; De Salernitaansche school, 1855; De danswoede in de Ned., 1856; Bijdr. tot de gesch. der Geneeskunde in Nederland, 1873, alles in het hieronder aangehaalde Tijdschrift. Zijne aanvullingen op Haeser's Lehrb. der Gesch. der Med., door hem ten aanzien van onze geneeskundigen uitgebreid, zijn door den schrijver alle in den tweeden druk overgenomen. Een volledige lijst zijner geschr. staat in het hier beneden opgeg. artikel door Dr. Daniels. Zijn broeder Jozef Israels, mede geb. te Gron., 27 Jan. 1824, de beroemde schilder, gaf eenige welgeslaagde proeven van zijn dichtvermogen in Ned. Spectator. (Ned. Tijdschr. voor Geneesk., 1884.) |
|