[Johannes Immerzeel Jr.]
Immerzeel Jr. (Johannes), geb. 2 Juli 1776 te Dordrecht, was nog in 1805 in betrekking bij Binnenl. Zaken, zette een boekhandel in Den Haag op, die zich later tot kunsthandel uitbreidde en te Rott. en Amst. zijne vertakkingen had. Hij overleed te Amst. 9 Juni 1841.
Hij schreef: De Goedertierenheid van Titus, tnsp., 's-Hage 1801; Godsdienst, steun der Burgermaatschappij, in de werken der Bat. Mij., 1802 (bekroond); Bonaparte en de algemeene vrede, twee dichtstukken (met B. Nieuwenhuysen), 's-Hage 1802; De Onsterfelijkheid der ziel, dithyrambe, naar het Fr. van J. Delille, en Togt over den St. Gothard, naar het Eng. van de Hertogin van Devonshire, 's-Hage 1803; Het Mededogen, naar het Fr. van J. Delille, 's-Hage 1804; Socrates in den tempel van Aglaura, naar het Fr. van Renouard, 's-Hage 1804; Hollands watersnood van den jare 1809, dichtstuk, 's-Hage 1809; De Blindeman, 's-Hage 1810, 2de druk 1816; Koenraad Rozendal of de gewaande geestverschijning, Rott. 1813; Balthazar Knoopius, een roman, Rott. 1813, 2e druk Amst. 1842; Voor opgeruimden van geest, 's-Hage 1813; Hugo van 't Woud, in vier zangen, 's-Hage 1813, 2e dr. Amst. 1833, 3e dr. ald. 1850; Lierzang op de overwinning door het leger der bondgenooten te Blamont op Napoleon Bonaparte behaald op den 18den van zomermaand 1815, 's-Hage 1815; De moederliefde, in vier zangen, 's-Hage 1819; Zevental leerredenen van J.A. Massillon, naar het Fr., Rott. 1823; Gedichten, 's-Hage 1824; Hollands Leeuw ontwaakt. Tafereelen en herinneringen uit de dagen van den Belgischen opstand in 1830, 's-Hage 1830; De Lof der Belgische vrijheid, aan haar toegezongen, Amst. 1831; Gesch. der belegering en kapitulatie van het kasteel van Antwerpen, 1832, Amst. 1832; Gedachten van Matthias Claudius, verzameld uit zijne werken, Amst, 1836; Gedichten, bijzonder voor de declamatie, verzameld uit hedend. dichters en ten deele vervaardigd door J. Immerzeel Jr., Amst. 1838; Stalen van geestigen schrijfstijl van Paul-Louis Courier, Amst. 1839; Lofrede op Rembrandt, Amst. 1841; De Levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters van het begin der 15de tot op de helft der 19de eeuw, uitgegeven door zijne beide zonen, Amst. 1842-'43, 3 dln. Hij was redacteur, medewerker, ontwerper en uitgever van den Muzenalmanak, 1819 tot zijn dood, die een groote beteekenis heeft in de nieuwe gesch. onzer fraaie letteren.
Het belangrijke van zijn veeljarigen arbeid ten bate onzer letteren is het duidelijkst geschetst door den heer A.C. Kruseman, in de Bouwstoffen, I, 359-63, dat van den Muzen-alm., waarvan het hs. voor ƒ31,423 verkocht werd, in dl. I, 54. In den jrg. 1842 van dezen Alm. vindt men een levensbericht van dezen veelzijdig ontwikkelden man.