[Augustijn d'Huygelaere]
Huygelaere (Augustijn d'), te Deinze geb. in 1774, en overl. als gepensioneerd Rijksontvanger, te Oudenaarde 9 Dec. 1849. Alhoewel in zijne jeugd schier van alle letterkundige opvoeding verstoken, wist hij het door eigen onderricht toch zooverre te brengen, dat hij reeds tijdens het Fransch beheer een der knapste en onvermoeidste mededingers was in de dichtwedstrijden, uitgeschreven door de toenmalige Vlaamsche Rederijkerskamers.
Hij leverde bijdragen in dagbladen en tijdschriften, en een zijner beste verhalen, Frans Hals geheeten, verscheen in het Nederduitsch letterkundig jaarboekje van 1838. In het Belgisch Museum van 1840 (D. IV bl. 125) gaf hij het dichtstuk: Arnoud, vryheer van Pamele; terwijl hij de dapperheid bezong van een lid zijns voorgeslachts: Willem Wenemaer of de Gentsche held, offer zyner vaderlandsliefde historisch tafereel (1325), Gent 1841. Ook zond hij in het licht een Treurzang op het afsterven van den dichter Hofman van Kortrijk. Op lateren leeftijd verzamelde hij zijne meeste prijsverzen en verspreide gewrochten, die hij uitgaf onder den titel: Nationale poëzy, St. Nicolaas 1844.