[Dr. Christiaan Snouck Hurgronje]
Hurgronje (Dr. Christiaan Snouck), geb. te Oosterhout (N.-B.) 8 Febr. 1857, bezocht de hbs. te Breda 1870-'74, tevens privaatonderwijs genietende in de classieke talen, werd in 1874 stud. in de theologie, en wijd de zich sedert 1878 uitsluitend aan de Semitische letteren, prom. 1880 met eene diss. over ‘Het Mekkaansche Feest’, stud. 1880-'81 te Straasburg, werd 1881 leeraar in de instellingen van den Islam aan de Ind. school te Leiden, reisde 1884-'85, met verlof uit bedoelde betrekking, naar Arabië (Djedda en Mekka), leefde in Mekka zelf een half jaar als een Mohammedaan onder de Mohammedanen. Vóór zijn verblijf in Arabië schr. hij verschillende Islamstudiën in de Bijdr. van het Kon. Inst. voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.- Indië, De Ind. Gids enz.; na dien tijd in dezelfde tijdschr. en in de Revue Col. Internationale en De Gids. De resultaten zijner Arabische reis publiceerde hij in de Münchener Allgem. Ztg. van 16 Nov. 1885, de Verh. der Gesellschaft für Erdkunde zu Berlin Bd. XIV, Mekkanische Sprichwörter und Redensarten ('s-Grav. 1886) en Mekka, 2 dln., ('s-Grav. 1888 en '89). In Maart 1887 werd hij lector aan de Universiteit te Leiden. Juist twee jaar later vertrok hij volgens opdracht der regeering naar Ned.- Indië om daar de instellingen van den Islam aan een gezet onderzoek te onderwerpen.
Aan deze belangrijke mededeelingen mag thans toegevoegd worden, dat dr. Snouck Hurgronje bij Kon. Besluit van 17 Aug. 1889 benoemd is tot hgl. te Leiden, in de Maleische taal, lett. en alg. taalk. van den Ind. archipel.