[Mr. Jean Baptist Baron van Hugenpoth tot den Beerenclauw]
Hugenpoth tot den Beerenclauw (Mr. Jean Baptist Baron van), geb. te Boxmeer 10 Jan. 1816, begon zijne studiën te Leiden 2 Oct. 1833 en prom. er 31 Oct. 1836, werd reeds twee jaar later subst.-, in 1859 officier van Justitie te Eindhoven, den 5 Febr. 1854 adv.-gen. in Den Bosch; later wegens zijne katholieke belijdenis niet tot proc.-gen bevorderd, nam hij in 1863 zitting als raadsheer, werd in 1876 in dien rang bevestigd en overl. te 's-Hertogenbosch, 3 Nov. 1877.
Behalve een Lat. diss. schreef hij: De Kloosters in Nederland aan de grondwet getoetst (psd. Robert Pays), Utr. 1861; Onderwijs! Petitiën. Open brief aan den raad der gemeente 's Bosch, (Anoniem) 's Bosch 1863; Hoe en wat? Staatk. beschouwingen, Utr. 1864; Inleiding tot waarheid en staatsbeleid, Utr. 1865; De gemeente, hare vrijheid en hare finantiën, Utr. 1867; Onze vermaken, Utr. 1868; Over de opvoeding der vrouw, (geplaatst in De Tijdspiegel 1867 en '68); Een droom, 1867; De revolutie, Amst. 1871. In De Gids van 1876, ‘Anti’. Voorts een congres-rapport: La main morte, 1861.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1878.)