[Dammes Pierre Marie Huet]
Huet (Dammes Pierre Marie), geb. te Amsterdam 7 Dec. 1827, stud. eerst aan het Athen. aldaar, sinds 20 Oct. 1847 te Utr., werd in 1858 pred. te Ladysmith en te Pietermaritzburg in Natal, waar hij tot 1867 bleef; in 1870 tot den dienst toegelaten, pred. te Veenendaal, 1871 te Dirksland, 1875 te Nunspeet en 1878 te Goes.
Hij schreef: Paarlsche gedichtjens, Kaapstad 1856; Uit Natal. Sticht. gedichtjes (Oud en nieuw), Pietermaritzburg 1858; Afrik. gedichten, Amst. 1867, 4e dr. 1872; John Bunyan's geest. zinnebeelden, Amst. 1868; Sticht. versjes naar G. Tersteegen, Amst. 1869; Het lot der zwarten in Transvaal. Mededeelingen omtrent de slavernij en wreedheden in de Zuid-Afr. republiek, Utr. 1869; Prentbijbel voor kinderen, Amst. 1870; Twaalftal sticht. gedichten, Amst. 1870; Nieuw bundeltje sticht. gedichten. Gedeeltelijk naar het Hoogd., Amst. 1871; Verspreide Gedichten, Amst. 1878, en verder een zeer groot aantal brochures, o.a. over Spiritisme, preeken, kinderwerkjes, bijdragen in tijdschriften.