[J. van Hoven]
Hoven (J. van), omstreeks 1720 te 's-Hage directeur van een reizenden troep tooneelspelers. Volgens het hs. 413 van de Mij. der Ned. Letterk. was hij in 1744 tabaks-verkooper in Het rookende Moortje op 't Hofspui in Den Haag; hij moet ook te Amst. gewoond hebben.
Schreef voor het tooneel: De Treurende Theems hersteld, door de krooning van George I koning van Groot-Britt., tnsp., Amst. 1714; De gelukte list op drie koningenavond, klsp., Amst. 1715; Schildery van de Haagsche kermis, nevens de rarekiek van de Amst. kermis, 's-Hage 1715; Voorspel op Agamemnon, koning van Mycene, 1718; Het Huwelyk door weddingschap, klsp., Amst. 1718; Leedige uuren, 's-Hage 1720; Don Quichots verlossinge uit Sierra Morene, blsp., Rott. 1721; De Hellevaart van dokter Joan Faustus, trsp., 's-Hage 1731; Krispijn, soldaat, koopman en advocaat, klsp.; Drie gelegenheidsgedichten, of Lof der tabak, 's-Hage 1733; Aan de leden van het nieuw opgerigt kunstgezelschap Ars superat Fortunam, in 's-Hage, 's-Hage 1733; Zes lierzangen van Q. Horatius Flakkus; Dichtschets van den huyse des heeren Fagels, ter gelegentheidt van den vrywilligen afstand, der eerste griffierplaats van H.H.M. Staaten Generaal na een loffelijke dienst van LVIII jaaren nedergelegt, 's-Hage 1744. Ook gaf hij eene omwerking van Kloris en Roosje, dat reeds in 1688 te Amst. verschenen was. De Mij. d. Ned. Letterk. bezit van hem in hs.: Fabelen van Esopus in dichtmaat.