Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Arnoldus Houbraken]

Houbraken (Arnoldus), geb. te Dordr. 28 Maart 1660, werd daar voor kunstschilder opgeleid en ging om beter in de behoeften van zijn talrijk huisgezin te kunnen voorzien naar Amst., waar hij 8 Oct. 1710 poorter werd. In 1713 was hij omtrent 9 maanden in Engeland werkzaam om een Geschiedenis der staatsbewegingen te illustreeren, doch zag zich bedrogen in hetgeen hem daar voorgespiegeld was. Te Amst. teruggekeerd, trachtte hij het geleden verlies te vergoeden door zijne vele aanteekeningen bijeen te brengen, waardoor zijn Groote Schouburgh ontstond. Hij overleed te Amst. 14 Oct. 1719.

Behalve gen. Groote schouburgh der Nederl. konstschilders en schilderessen, 3 dln., Amst. 1718-'21, 2e dr., 3 dln., 's-Grav. 1753, gaf hij de bijschr. in Stichtelijke Zinnebeelden op Deugden en Ondeugden, door hem zelf geïllustreerd, Amst. 1723, 2e dr. ald. 1729, 3e dr. ald. 1767. Voor dit laatste boekje schreef Gesina Brit (z.a.), huisvrouw van Jacob van Gaveren, tienregelige Bygedichten.

(Obreen's Archief Ned. Kunstgesch., VI.)