als officier van gezondheid. Hij vestigde zich toen te Bassevelde (Oost-Vl.) en het jaar daarna te Kaprijk, van welke gemeente hij in 1836 Burgemeester werd. Op 3 Juli 1819 verwierf hij den graad van doctor in de geneeskunde. Van 1837 tot 1866 bekleedde hij het ambt van vrederechter van het kanton Kaprijk en gedurende de jaren 1842-'60 was hij opziener voor het schoolgebied Eekloo. De Hoon bracht veel bij tot het verheffen der moedertaal; want hij gaf gewichtige bijdragen in het Belgisch Museum en in de eerste Nederduitsche jaarboekjes van Gent. Zijne verspreide en naamlooze pennevruchten werden door zijnen schoonzoon Dr. J.F.J. Heremans, verzameld en uitgegeven onder den titel: Novellen en gedichten van Dr. J.F. de Hoon, Gent 1869, met portret des schrijvers.