[Mr. Gijsbert Karel graaf van Hogendorp]
Hogendorp (Mr. Gijsbert Karel graaf van), broeder van den voorg., geb. te Rott. 27 Oct. 1762, ontving zijne opvoeding aan de kadettenschool te Berlijn, diende als vaandrig in den Beierschen successieoorlog en keerde in 1782 naar zijn vaderland terug. Het volgend jaar ging hij met het eskader, dat den gezant Van Berkel naar N.-Amerika bracht, een reis naar het land der vrijheid doen. Voorzien zijnde van een aanbevelingsbrief van Benjamin Franklin was hij een geruimen tijd de gast van den grooten Washington. Twee jaar later prom. hij in de rechten te Leiden en in 1787 werd hij benoemd tot raad en pensionaris van Rotterdam. De omwenteling van 1796 beroofde hem van zijn ambt: hij bleef aan het huis van Oranje getrouw en zonder ambt of post tot 1813, toen hij een krachtig aandeel nam aan de herstelling van Neerlands onafhankelijkheid en Oranjes terugkeer. Hij werd minister van Buitenl. Zaken, voorzitter in de beide commissiën tot vervaardiging van de grondwet, lid van de 2e Kamer der Staten-Gen. en voorzitter van hare eerste vergadering. Sedert 1826 trok hij zich in het burgerlijk leven terug, daar zijne gezondheid begon te verzwakken; toch bleef hij werkzaam tot aan zijn dood, 5 Aug. 1834.
Van zijne hand bezitten wij: Iets over de armen, Amst. 1799; Missive over het armenwezen, Amst. 1805, (geschreven in 1794); Verhandeling over den O.-I. handel, Amst. 1801; Brieven aan een participant in de O.-I. Compagnie, Amst. 1802; Gedachten over s lands finantiën voorgedr. in aanmerk. op het Rapport tot een stelsel van algem. belastingen, uitgebragt den 9 Julij 1800, Amst. 1802; Bijdr. tot de huishouding van staat van het koningrijk der Nederl. ten dienste der Staten-Gen., 10 dl.,