[Marten van Hille]
Hille (Marten van), te Antwerpen geb., 1633, studeerde de heelkunde in zijne geboortestad en vervolgens in Noord-Nederland, waar hij krijgschirurgijn werd. In Antwerpen weergekeerd, werd hij daar leeraar in de ontleedkunde. Na tot in 1678 zijne studiën aan de Hoogeschool van Leuven te hebben hernomen, werd hij ook geneesheer in zijne geboortestad, alwaar hij befaamd stierf in 1706.
Zijn hooggeschat werk is getiteld: Tooneel der chirurgie soo ende ghelyck sy in de schoone en wydtvermaerde koopstadt van Antwerpen door last van de edele en achtbare Magistraet aen de leerlinghen der chirurgie gheleert, ende aen de aenkomende meesters ondervraeght wordt; vertoont door Martinus van Hille, licentiaet in de medicyne, en voor desen leermeester der chirurgie ende anatomie derselver stadt, ghedeylt in twee deelen, het eerste handelt van de Theorie ofte inleydinge der chirurgie. Het tweede van de Practycke. Seer nut ende profytigh voor alle die professien maken van de medecyne en de chirurgie, Antw. 1706 en 1726.