Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Lucas de Heere]

Heere (Lucas de), werd in 1534 te Gent geb.; zijn vader, die beeldhouwer was, plaatste hem te Antwerpen in het befaamd werkhuis van den kunstschilder Frans Floris. Toen hij dezen meester verliet, ondernam hij zijne kunstreize door Frankrijk en Engeland. Na in 1554 te Londen Marie Tudor te hebben gekonterfeit, vestigde hij zich in zijne geboortestad en onderscheidde zich daar spoedig als schilder en dichter. Door zijn huwelijk met de hervormingsgezinde dichteres Eleonora Carboniers omhelsde hij insgelijks het nieuwe geloof en bij Alva's komst in de Nederlanden ontweek hij het vaderland, waarom zijne goederen

[p. 331]

werden verbeurd verklaard. Hij koos verblijf te Londen en kwam van daar terug in zijne geboortestad bij de afkondiging der Gentsche Pacificatie. Van dan af trad hij openlijk vooruit als partijganger van Willem den Zwijger, wiens zegetochten hij als dichter en schilder verheerlijkte. Na Oranjes dood en toen Gent onvermijdelijk terug door Spanje moest worden heroverd, ontweek hij naar Parijs en stierf aldaar op 29 Aug. 1584.

Lucas de Heere voerde tot kenspreuken: T'oudste is tbeste, en: Paeys is goedt. Zijn anagram was: Schade leer u. Hij sprak en dichtte in het Latijn, het Fransch en in het Nederlandsch, waarin hij schreef: Den Hof ende Boomgaerd der Poësien, inhoudende menigerleij soorten van poëtijckelicke blommen: dat is divaersche materien, gheestelicke amoureuze, boerdeghe, enz. oock divaersche schoon sententien, inventien ende manieren van dichten, naer d'exemplen der Griecsche, Latijnsche ende Fransoisische poëten, ende in summa alzulcx dat een ijeghelick daer ijet in vinden zal dat hem diend oft behaegd. Autheur Lucas d'Heere, schilder van Ghendt. T'outste is tbeste. Paeijs is goedt, Gent 1565, 2e dr., Haarl. 1614; Psalmen Davids na d'Ebreusche waerheit, ende d'alderbeste exemplairen of translatien, liedekenswijse in dichte ghestelt: op de voijsen en maten van Clement Marots-psalmen, Autheur L.D.H. Paeys is goedt, Gent 1565; Beschrijvinghe van het ghene dat vertoocht wierdt ter incomste van Z. Excellentie des princen van Oraengien, binnen de stede van Ghendt, den 29 Decembris 1577, van nieus vermeerdert en verbetert, Gent 1578; Tractaet ofte handelinghe van de kercke; daer in gheleerdelick ende treffelick ghedisputeert wordt op alle de bijsonderste questien, die in onse tijden hebben opgheworpen geweest. Eerst in francoys ende latijn ghemaeckt bij Ph. van Mornay, heer van Plessis-Marly, enz. ende nu overghestelt in de nederlandsche sprake ende versiert met eene tafele om alle by-sondere poincten ende materien te vinden, door L. D'Heere, Antw. 1580; Het leven der vermaerde nederlandsche schilders, dat Lucas de Heere schreef, schijnt spoorloos verdwenen. Een ander belangrijk werk, met prachtige waterverfschilderingen, in het Fransch opgesteld en handelende over de kleederdracht van alle volken, wordt in handschrift bewaard in het archief der stad Gent.