[Jan van Heelu]
Heelu (Jan van), een Brabander en bewonderaar van Hertog Jan I, schreef, vermoedelijk in 1291, maar in elk geval tusschen 1288 en 1294 ‘die yeeste van den slag van Woeringen’, een uitvoerig gedicht, waarvan het eerste gedeelte de Brabantsche geschiedenis van 1261 tot 1288 behandelt, en het tweede gewijd is aan de beschrijving van den slag van Woeringen (1288), door den dichter zelf als ooggetuige bijgewoond. Het gedicht is uitgeg. door J.F. Willems onder den titel van: Rymkronyk van Jan van Heelu, betreffende den slag van Woeringen van het Jaer 1288, uitgegeven met ophelderingen en aenteekeningen, Brussel 1836. Er bestaat ook eene prozabewerking van en eene bekortende vertaling in Latijnsche hexameters, door H.K. van Donghelberge gemaakt, en in 1641 te Bruss. gedrukt.
(Deze schrijver wordt ook br. Jan van Leeuwen geheeten, omdat hij vermoedelijk bij Leeuwe, te Heelenbosch in Brabant, geb. werd. De misstellingen in de uitgaven van Willems, naar het hss. veranderd, en de proza-bewerking der rijmkroniek door G[ovaert] S[choevaerts] vindt men in H. van Wijn, Letter- en geschiedk. aant. op de Rijmkr. van Jan van Heelu, uitgeg. door W.J.A. Jonckbloet en A.W. Kroon, 's Grav. 1840.)