Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 329]
| |
1836; Hippocreen-ontzwaveling, Amst. 1838, 2e dr. Gron. 1839; Hecuba, treurspel van Euripides, Gron. 1841; Reis bij nacht, volksverhaal van verre, naar 't Nieuw-Grieksch, Gron. 1842; P.C. Hooft's Nederl. Hist. met aant., 5 dln., Gron. 1843-'46; Quos ego. Hekelrijmen, Gron. 1846; Over de ontwikkeling van den geest tot, door en in de wetenschap. Inleidingsrede, Gron. 1846; Strafdicht aan J. van Lennep, Gron. 1854; Het Staatsleven der volken, als voortgaande ontwikkeling van den menschelijken geest, wijsgeerig en geschiedkundig beschouwd, Gron. 1855; Dichtregelen bij de onthulling van 't monument te Heiligerlee, Gron. 1873; De Israëlieten en het Monotheïsme, Gron. 1878; Toespraak ter opening der reunie van oud-studenten der Gron, hoogeschool, 22 Sept. 1879, Gron. 1879, (ook in het Duitsch vertaald); Agamemnon, trsp. van Aeschylus, Gron. 1888. Behalve deze werken gaf hij nog eenige boeken uit over Romeinsche oudheid- en staatkunde, schoolboeken over geschiedenis, een paar woordenboeken, enz. |
|