[Lodewijk Frederik Christiaan Haug]
Haug (Lodewijk Frederik Christiaan), geb. te Ludwigsburg in Wurtemb. 24 Dec. 1773, prom. in de rechten en kwam naar Nederland, waar hij in 1807 als leeraar geplaatst werd aan de kadettenschool op Honsholredijk, daarna te La Flêche en in 1816 te Delft aan de art. en genieschool, tot de oprichting der K.M.A. te Breda; hij bleef te Delft wonen, en overl. er 29 April 1834.
Behalve kleinere opst. en stukken in tijdschr., schreef hij: Brieven uit Amsterdam over het nat. tooneel en de Ned. Letterk., (uit het Hoogd.), Amst. 1805; Redev. over het nut en gewigt der geschiedenis, Delft 1816; Inleid. tot de algem. geschied. en betoog van het nut en gewigt derzelve, Delft 1820; Verhand. over de geest en de zeden der Middeneeuwen en voornamelijk over de heimelijke en openbare gerechten, tournooyen, kruistogten, enz., Amst. 1822; De dertigjarige oorlog. Eene bijdrage tot de krijgsk. geschied, met de levens- en karakterschetsen der beroemdste veldheeren, 2 dln., Delft 1826.