[Jean Guepin]
Guepin (Jean), geb. te Vlissingen 15 Jan. 1715, uit eene familie van Dieppe afkomstig, was schepen en raad, tevens koopman in zijne geboortestad, en beoefende de letteren; hij was een der oprichters van het Leesgezelschap, waaruit het Zeeuwsch Genootschap in 1768 ontstond, doch hij overl. reeds 15 Juni 1766.
Hij schreef: Datheeniana, of ophelderingen en aanmerkingen over de vermaarde Psalmberijmingen van Petrus Dathenus, uit oude gedenkstukken, handschriften, enz. verzamelt. Met de nodige byvoegzels, en een Lofzang, alles ter verdediging van dien uitmuntenden dichter, uitgegeven door Juvenales Glaucomastix, z. pl. 1758. Dit geschrift werd hevig aangevallen, waarop Guepin antwoordde met een: Lofdicht voor den uitmuntenden Lier- en Harpdichter Petrus Dathenus of Datheniaansche bedenkingen over de Maandelijksche Bijdragen, opgedragen aan Juvenalis Glaucomastix. Andere ged. van zijne hand zijn verspreid of ongedrukt gebleven.
(Nagtglas, Levensberichten.)