[Simon Gorter]
Gorter (Simon), geb. te Warns, 11 Dec. 1838, stud. aan het Doopsgezind seminarium te Amst. en werd in Nov. 1861 pred. te Aalsmeer; in Mei 1863 naar Wormerveer beroepen, greep hem de tering aan, om welke kwaal te genezen hij van Dec. 1864 tot April 1866 te Arcachon doorbracht; hiervan gaf hij het treffend verhaal in De Gids, 1867. De ziekte evenwel was niet geweken, waarom hij in Dec. 1869 het predikambt nederlegde en optrad als hoofdred. van Het Nieuws van den Dag. Hij overl. aan De Grebbe, 5 Juni 1871. Door de medewerking van zijn vriend en opvolger, H. de Veer, is in 1888 een gedenkteeken, hem en zijn vrienden waardig, op zijn grafplaats opgericht.
Hij schreef: Letterk. studiën, Amst. 1871, bevattende zijne art. uit De Gids, onder welke de voornaamste zijn: Een groot man in een felbewogen tijd [de schoone studie over den profeet Jeremia]; Arcachon; Een tentoonstelling van oude kunst; Lodensteyn's Liederen; Bilderdijk; De verkiezingsroman, enz. Verder talrijke art. in het Bibliogr. Album, 1867-'71, in den Almanak van 't Nut, 1869-'70, Het Vaderland, 1869-'70. Als hoofdred. van Het Nieuws van den Dag eene menigte hoofdart., verzameld onder den titel: Een jaar levens voor de dagbladpers, 2 dln., Amst. 1872. Een bundel preeken werd in 1871 uitgeg. Reeds als student was hij als schrijver opgetreden in den Alm. van het Amst. studentencorps voor 1860, met twee stukjes: Post Coenam en Het Lijden van den jongen Nolle, beide geteekend J-t, Jut, zijn bijnaam als student.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1872.)