[Jan Willem Jacobus Steenbergen van Goor]
Goor (Jan Willem Jacobus Steenbergen van), geb. te Amst. 30 Sept. 1778, stud. daar aan het Athenaeum in de letteren en rechten; in 1796 werd hij praeceptor te Gouda, waar hij in 1798 wegens oranjegezinde gevoelens werd ontslagen. Men beweert, dat hij in 1800 te Leiden in de rechten prom. en te Amst. adv. werd, doch hij ontbreekt in het Alb. stud. en op de lijst der te Amst. practiseerende rechtsgeleerden. Hij kwam, misschien als acteur, te Leeuwarden, waar hij de weduwe van een' in 1797 gesneuvelden zeeofficier De Boy huwde, welke een kleinen boekwinkel had. Deze zaak werd nu door hem gedreven. Hij vertaalde met veel oordeel en kennis een vijftigtal boekwerken uit vijf talen, toonde daarbij door belangrijke aant. en geestige voorberichten zijne bekwaamheden, doch zijn handel verminderde en hij werd, in 1844 door eene beroerte getroffen, in het oud-mannenhuis te Haarlem besteed, waar hij 1 Oct. 1856 overleed.
Onder zijne vertalingen munten uit: Atheensche brieven, enz. uit het Eng., Leeuwarden 1822-'24, 4 dln.; Küffner's Artemi-