[Frans Goethals]
Goethals (Frans), te Brugge geb., in 1539, werd te Leuven, in 1570, doctor in de rechten en vestigde zich als advocaat in zijne geboortestad, waar hij als rechtsgeleerde zooveel ophef maakte, dat hij aan de Hoogeschool van Leuven werd geroepen, om de pandekten te onderwijzen. In 1583 ging hij als eerste leeraar van het kanoniekrecht naar de Hoogeschool van Douai en daar werd hij een hartstochtelijk verdediger van het katholiek geloof. Alhoewel gehuwd en vader van elf kinderen kreeg hij van den Paus verlof, om priester te worden, terwijl zijne gade in een vrouwenklooster trad. Hij stierf te Douai in 1616, nalatende vele Latijnsche recht-, godgeleerde en dichterlijke werken, waaronder: Proverbia Gallico-Flandrica, dat ook verscheen onder den titel: Les proverbes anciens, flamengs et françois, correspondants de sentence, les uns aux autres, colligés et ordonnés par M. François Goedthals, a Anvers de l'imprimerie de Christofle Plantin, M.D.LXVIII, waarvan de belangrijkste Vlaamsche spreuken zijn heruitgegeven door professor G.J. Meijer in het werk: Oude