[Conradus Goddaeus]
Goddaeus (Conradus), was van 1634 tot 1655 pred. te Vaassen, waar hij in 1658 overl. Daar hij, evenals zijn vader en voorganger, geene andere standplaats dan Vaassen had, kan het gemis aan levensbijzonderheden van dezen dichter niet bevreemden. Met het oordeel van zijn broeder, die ook van zijn proponentschap tot zijn dood, 1648-'79, te Bennekom leeraarde, dat Coenraad de menschen door zijn rijmwerk ‘bedonderd en verstomd heeft,’ kan men moeilijk instemmen.
‘Geduirende een langduirige siekte en swackheed waardoor niet machtig de predikstoel te betreeden’, schreef hij den volgenden bundel, meest stichtelijke gedichten: Nieuwe Gedichten, sonder rijm, nae de Griexe en Latijnsche Dichtmaten, op allerhande soorten van versjes ingestelt. Nooit voor desen in Nederduits gebruikelik, Harderw. 1656, bevattende: Toneel der Oude