[Jan van Gijsen]
Gijsen (Jan van), geb. te Haarlem 29 Mei 1668, wever van beroep, woonde te Amst., waar hij 29 Jan. 1722 overleed.
Hij schr.: Alle de gedichten, welke gediend hebben tot versieringe van de Antwerpsche courant, sedert 11 Juni tot 10 Aug. 1706; Alle de dichtwerken bestaande in deszelfs Ernstige en Boertige Heldendichten 1707-'11, 3 dln.; Bruilofts Tafelspel tusschen Apollo, Mercuur, Venus en Pallas, ter Bruiloft van Jac. van Oosterwijk en Anna Bruin, 13 May 1708; Goeden tijd, 1711; Het leven van de hedend. mannen, 1711; Het leeven van de hedend. vrouwen, 1711; Het leeven van de hedend. deftige jeugt, 1711, elk met Weederleggingen en vele malen herdrukt; Amsterd. Merkurius, 1711-'22, 10 dln.; De Leidsche student in den rouw, over het achterblijven van J.v.G.'s Amsterd. Merkurius; De Betoverde Geldkist, kluchtsp., 1712; De Varkemarkt, klugtspel, Amst., herdr. 1717, '20, '27; De Ossemarkt of 't vervolg van de Varkemarkt, kluchtspel, 1712; t'Zaamenspraak tusschen de Holl. Maagd en de Vreede, 1713; Het vrolyk geselschap der negen Zang-godinnen, 1713, 8 drukken; 't Zuur en zoet der Armoed, 1714; De Vreeden op haar Zegen-, en Mars in een Rolwagen, toegepast op de Vreede met Spanjen en Nederl., geteekent tot Uytregt den 21 Juni 1714; Het Houwelijk van Jorden en Baafjen, of de bedrogen Konstverkoper, kluchtsp. 1714; De vermaakelijke Haarlemmer Hout, beplant met allerhande snakerijen, 1715; Gestadige ongestadigheyd des Weerelds, 1715; Het vermaakelijk buitenleven, 1715; Afgeperste wederlegging der Poetenstrijd, onlangs (1717) tegens hem en Jan de Regt in 't ligt gekoomen. Alle te Amst. gedrukt.