[Cornelis van Ghistele]
Ghistele (Cornelis van), behoorde waarschijnlijk tot een adellijk geslacht in Antwerpen, waar hij Factor der rederijkerskamer de Goudbloem was.
Behalve een paar Latijnsche gedichten zijn van hem: Deerste viere boecken van Eneas ende Dido genaemt Aeneidos, bescreven in latijn door den alder geleersten ende vermaersten Poeet Vergilius Maro, nu eerste in onser duytscher talen door Cornelis van Ghistele Retorijckelyck overgeset plaisant ende weerdich om lesen. Gheprint Thantwerpen, int Landt van Artoys, by Hans van Liesvelt, Met gratie ende previlegie der K.M. anno 1554. Mensis Aprilis; Adria, de eerste comedie van de sesse de welcke, P. Terentius Afer die vermaerde ende gheleerde Poeet int Latine bescreven heeft, nu eerst in onser duytscher talen Rethorikelyck overghestelt, seer playsant om lesen. Gheprent Thantwerpen op die Lombaerden veste, by mi Symon Cock. Met Privilegie van vier jaren, Antw. 1555; Deerste sesse boecken van Aeneas ghenaemt Aeneidos, beschreven in latijn door den alder gheleersten ende vermaersten Poeet Virgilius Maro, Nu eerste in onser duytscher talen door Cornelis van Ghistele Retorijckelijck overgheset plaisant ende weerdich om lesen. Gheprint Tantwerpen in den Schilt van Artoys, by die weduwe van Jacob van Liesveldt. Met Gratie ende Previlegie der K.M. Anno M.D.LVI; Die leste sesse boecken van Aeneas ghenaemt int Latijne Aeneidos, nu eerst in onser duytscher talen overghesedt. Gheprent Tantwerpen op die Camerpoort brugghe in den Schilt van Artoys by die weduwe van Jacob van Liesveldt. Met coninclijcke gratie ende Previlegie. Anno M.D.LVI; Terentius comediën, Nu eerst wt den Latine in onser duytscher talen, door Cornelis van Ghistele rethorikelyck overghesedt, vol goeder leeringhen ende plaisant om lesen, Antw. 1555 en 1596; Die twaelf boecken van Aeneas, ghenaemt int Latijn Aeneidos, beschreven door den aldergeleersten ende vermaersten Poeet Virgilius Maro, nu eerst in onser duytscher talen door Cornelis van Ghistele retoryckelijck overgeset, plaisant ende weerdich om lesen, Antw. 1583 en 1589, Rotterd. 1609; Der Griecxser Princerssen ende Jonckvrouwen clachtige sendtbrieven, Heroidum Epistolae ghenaemt, bescreven duer den geleerden ende vermaerden Poeet Ovidius Naso inden Latijnse, ende nu eerst in Duytsche duer Cornelis van Ghistele rhetorijckelijck overghesedt, seer playsant om lesen, Antw. 1553, 1554, 1555, 1559, 1564, 1570; Satyrae oft Sermones gescreven in latine duer den vermaersten ende gheleersten Poeet Q. Horatius Flaccus. Nu eerst duer Cornelis van Ghistele in onser duytscher talen rhetorijclyck overghesedt, Antw. 1569.