[Adrianus van Gestel]
Gestel (Adrianus van), geb. te Geldrop 30 Jan. 1830, stud. tot 1852 aan het seminarium te Kuilenburg, was tot 1854 aan de Universitas Gregoriana te Rome, en eindigde daar zijne theol. studiën in 1859, nadat hij eerst eenigen tijd als repetitor philosophiae werkzaam was geweest aan het Collegium Germanicum te Rome. In 1860 werd hij prof. aan 't seminarium te Kuilenburg, en in 1863 hoogleeraar in de dogmatiek aan eene bijzondere inrichting te Maastricht.
Hij schreef: Het christendom en de staat in onzen tijd, Amst. 1864; Rationalisme en liberalisme, beschouwd in hunne beginselen en gevolgen, en hunne verhouding tot de Katholieke kerk, 's-Bosch 1865; De schat des geloofs, 's-Bosch 1866; het vervolg op dit laatste is: Wat mij houdt in de Katholieke kerk? 's-Bosch 1877; beide werken zijn in het Duitsch vertaald. Over de schoolkwestie schreef hij: De Nederl. schoolwet getoetst aan het christelijk beginsel: de opvoeding der jeugd in de vreeze des Heeren, 's-Bosch 1867; Pauperisme en christendom, of de noodzakelijkheid van christelijk onderwijs voor de kinderen der armen, 's-Bosch 1868; De christelijke school. Een woord tot de Katholieke ouders, 's-Bosch 1868; Pius IX, de man van smarten, Amst. 1870; De Esther van het Oude en het Nieuwe verbond, een woord van opbeuring aan de katholieken in de dagen van verdrukking, 's-Bosch 1872; Naar de éénheid: eene beschouwing over den twist der partijen in Nederland, 1876; Het wetsontwerp Heemskerk op het L. Onderw., 's-Bosch 1877; Wat beteekenen in de schoolwet de woorden: Eerbied verschuldigd aan de godsd. begrippen van andersdenkenden? Utr. 1881. Hij is sedert 1864 medearbeider aan verschillende dagbladen en tijdschriften, vooral in de Studiën op godsd., wetensch. en letterkundig gebied.