[Lodewijk Gerrits]
Gerrits (Lodewijk), te Antwerpen geb. 13 Aug. 1827 en aldaar overleden op 17 Aug. 1873. Alhoewel een kind uit den kleinen burgerstand, lieten zijne ouders hem aan het Atheneum zijner geboortestad studeeren. In 1842 verloor hij zijnen vader, waardoor hij weldra genoodzaakt was van verdere studiën af te zien, om in den handel als klerk onderstand te vinden voor zijne moeder en twee zusters. Niettemin ging hij voort met door zelfonderricht zijne kennis uit te breiden. In zijne vrije uren legde hij zich toe op de vaderlandsche letterkunde, terwijl hij ook deel nam aan de Vlaamsche beweging. Nauwelijks 18 jaren oud, begon hij bijdragen te geven in verscheidene dagbladen en tijdschriften. Terwijl Gerrits nog eene hoofdplaats bekleedde op het kantoor van een der voornaamste handelshuizen, richtte hij met zijnen schoonbroeder eene drukkerij op, die hij alleen bleef bestieren toen laatstgenoemde overleden was. Ofchoon Gerrits in het Antwerpsch weekblad: Het vrije Woord (1865-'67) de voornaamste artikels leverde, had hij der letterkunde toch eigenlijk reeds vaarwel gezegd vóor 1860, om zich geheel aan de politiek te wijden. Hij werd in Maart 1861 medestichter van den Nederduitschen Bond, welks leden hem tot tweemaal het voorzitterschap opdroegen. Den 28 Jan. 1863 werd hij gekozen tot Gemeenteraadslid zijner geboortestad en op 12 Juni 1866 benoemden hem de kiezers van het arrondissement Antwerpen tot Volksvertegenwoordiger, welk ambt hij vervulde tot aan zijne dood. Zoowel in den Raad der stad Antwerpen, als in de Belgische Kamer, verdedigde hij de taalbelangen met moed en talent.
Achtereenvolgens gaf hij in het licht: Bogdowad. Een Belg te Rome, Antw. 1846, (in het Taelverbond); De Zoon des Volks, geschiedkundige roman (1790), Antw. 1847 en 1856; Een oude kunstenaar (in Het Handelsblad van Antw. 16 Jan. 1848); De Liefde eens Rijken, Antw. 1849 (in de Vl. Rederyker); Menschenliefde en Tanchelm, twee drama's, elk in 4 bedryven, Antw. 1850; Aen het Vlaemsche volk, op last der Rederykkamer, ‘De Olyftak’, Antw. 1850 De Godverzaker, roman, Antw. 1852; Levensschets van M.J. van Brée, Antw. 1852; Twee kinderen, verhaal, in den Almanak: Altijd wat Nieuws, Antw. 1854; De oude Belgen, geschiedkundige tafereelen, Antw. 1854; Vertellingen, Antw. 1854; Een zalig Nieuwjaer, in den Almanak des Volks, uitgeg. door Het Vlaemsch Gezelschap, Antw. 1855; Elisa de Vries, tafereelen uit onzen tyd, Antw. 1857; Redevoering van den heer Gerrits, in den gemeenteraad van Antwerpen. ‘De Gemeenteraad besluit, dat niemand die geen Vlaamsch kan, voortaen tot beambte der stad Antwerpen zal kunnen benoemd worden’, Antw. 1864. Zijne volledige werken verschenen te Antwerpen in 1884