Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 273]
| |
Dec. 1816 te Haarlem, stud. en prom. te Utrecht, vestigde zich in 1840 als advocaat te Haarlem, en was er eenige jaren procureur bij de rechtbank, van 1850-'53 burgemeester van Schooten, secretaris van de weeskamer te Haarlem, sedert 1862 bibliothecaris der stadsbibliotheek aldaar en sedert 1874 lid van den gemeenteraad in zijne geboortestad, waar hij overl. 5 Mrt. 1888. Hij schreef: Verscheidenheden van Haarlems bodem, 1862; Haarlemsche bijdragen, 1869; Beschrijving van het memoriaal van Cornelis Bartholomeussen betreffende het beleg van Haarlem in 1572 en 1573, 1871; De vrouwen te Haarlem in Dec. 1572 en Jan. 1573, dichtstuk, 1873; Beschrijving van de wapens in de Groote of St.-Bavokerk te Haarlem (met Dr. J.A. Alberdingk Thijm en Mr. J.A. Enschedé), 1873; Te Haarlem vóór vijftig jaren, 1884. Alle te Haarlem gedrukt en niet in den handel. |
|