G
[Simon Abbes Gabbema]
Gabbema (Simon Abbes), geb. te Leeuwarden in Oct. 1628, stud. in de rechten en letteren, sinds 1647 te Utrecht, sinds 1649 te Groningen en sinds 1651 te Leiden, werd 13 April 1659 door de Staten van Friesland tot hun Historie-schrijver benoemd en overleed te Leeuwarden in 1688.
Behalve eenige Lat. werken en uitgaven van Classici en bijdragen in Klioos kraam, 1656, gaf hij: Het Hoogelied Salomons in rym gestelt, Leeuw. 1654; Friesche Lust-gaarde ofte Boom-, Heester-, Bloem- en Kruydwaarande, Leeuw. 1686, (dus 27 jaar na zijn benoeming tot hist. schr. en ‘zelfs nog geen Flora Frisica’). Na zijn dood bezorgde T. Gutberleth Jr. nog van hem: Verhaal van de stad Leeuwarden, van 1190 tot 1573, Franeker 1701, ook met den titel: Historie van Friesland van 1190 tot 1573, uitgeg. te Fran. en te Gouda, 1703; Nederlands watervloeden, Fran. 1703; Leevens Beschrijvingen van S. Willibrord, S. Bonifaas en S. Aalberijk, Eerste geloofsverkondigers in Nederland, Fran. 1703. Gabbema gaf den tweeden druk van Gysbert Japix Friesche Rymlerye uit, Leeuw. 1681, volgens Dr. Halbertsma, ‘met voorbeeldelooze slordigheid.’ Zijn boeken en handschriften, door zijne zuster aan het Gabbema-gasthuis vermaakt, zijn later in gebruik afgestaan aan het Friesch Genootschap en door W. Eekhoff beschreven in:
(Vrije Fries XI).