[Paschier de Fijne]
Fijne (Paschier de), geb. 31 Jan. 1588 te Leiden, was in zijne jeugd zijn vader, een Vlaamschen uitgewekene en lakenwever, in dat vak behulpzaam, doch op zijn verlangen werd hij bij een predik. tot het leeraarsamb voorbereid. Als pred. te Jaarsveld, waar hij in 1619 beroepen was, werd hij door ‘de Dordsche vervolging’ verdreven, ging voor korten tijd naar Antwerpen en kwam toen terug om in Holland en West-Friesland te schrijven en te preeken, het laatste onder dezelfde bezwaren als in den geuzentijd, het eerste in een beteren vorm dan die oudere ambtsbroeders. Na meer dan tienjarige vervolging bedaarde de tijdgeest; in 1633 werd hij pred. te Haarlem, werd in 1659 blind, overleed er en is begr. 17 Oct. 1667.
Zijne geschr. zijn uitgeg. onder den titel van: Eenige tractaatjes van Paschier de Fijne, Rotterd. 1694, 5e druk Amst. 1735; in 1736 verscheen het tweede deel onder den titel van: Verzameling der tractaten van P. de F. De titels zijner geschriften zijn: Een trouwhertige vermaninghe, 1620; Een broederlicke vermaninghe, 1624; Silveren naelden, om van de oogen der Hollanders af te doen de vliezen, die na eenige jaren op hare oogen gegroeyt zijn, 1624; Verguld silveren naelde. enz., 1625; Nieuwe-Jaer gheschenk, 1625; Voorrede voor Poppius' Cort en grondich bericht, 1625; Een klein monstertjen, 1625; Een korte brief aan de Remonstranten, 1627; Den ouden Leytschen patroon, 1633; Twaelf vragen, 1634; Sestien vragen, 1635; Sommige vragen, 1635; Aenspraeck aan de goede borghers en inwoonders der stadt Leyden, 1640; Vaderlijk onderwijs, 1640; XII plompe vragen, 1642; Krucke voor J. van Kralingen, 1643; Tweede Krucke, 1642; Veenboere-Wegkortinge, 1642; Veenboere-Waerschouwinge; 1642; Veenboere-bescheyt, 1642; Winterturf, 1642; De zieke veenboer, 1643; Zeemans nieuwe-jaar, 1643; Tweede saemenspraek, 1643; Puthaak, 1643; Emmer, 1643; Diemermeers wandel-praetjen, 1643; Samenspraeck tusschen twee gereformeerden, 1643; Oogwater, 1643; Buerlycke aenspraek aan Lammert Lammerts, 1644; Het onderteekent gevoelen van twee predikanten, 1644; Camper-steurtje, 1648; Wittebrood om 't Camper steurtje bequamelijk te eten, 1648; Frisschen dronk op 't Camper-steurtje, 1649; Amsterd. Nieuwejaar, 1651; Kort waerachtig verhaal van het eerste begin en opkomen van de nieuwe secte der propheten ofte Rijnsburgers. Eenige zijner verzen staan in Apollo's harp.
(Van Vloten, Paschier de Fyne, 's-Hert. 1853.)