[Hendrik Ewijk]
Ewijk (Hendrik), geb. 16 Jan. 1772 te Delft, vormde zich hoofdzakelijk zelven, en beoefende, behalve talen en natuurk. wetenschappen, vooral geschied. en wijsbegeerte. In 1795 kreeg hij eene betrekking bij het finantie-wezen; in 1808 werd hij chef van het bureau der algemeene directie over den waterstaat van het koninkrijk Holland; in 1826 was hij administrateur van den waterstaat door 't geheele rijk, en in 1837 voorzitter der staatscommissie belast met het onderzoek naar de mogelijkheid der droogmaking van het Haarlemmermeer. Hij bleef bij den waterstaat werkzaam tot hij in 1850 gepensionneerd werd, en overl. te 's Hage 5 Febr. 1859.
Behalve een aantal werken over wijsbegeerte en gesch., welke hij vertaalde of met aanteekeningen verrijkte, schreef hij: Geschiedkundig verslag der dijkbreuken langs de rivieren in het koningrijk Holland, 2 dln., Amst. 1809.