[Egelbertus Matthias Engelberts]
Engelberts (Egelbertus Matthias), geb. te Noordlaren (Gron.), 3 Dec. 1731, werd 1 Febr, 1746 stud. te Leiden, in 1754 proponent, in 1755 predikant te Kolhorn, en in 1763 te Hoorn. De academie te Harderwijk en het Athenaeum te Amsterdam beriepen hem te vergeefs als hoogleeraar. Hij vroeg in 1797 zijn emeritaat en overl. te Hoorn 26 Maart 1807.
Hij schreef: Bespiegelingen over de vier Getijden des jaars, Amst. 1769, 3e druk 1775; Verdediging van de eer der Hollandsche Natie, Amst. 1763, 2e druk 1776; De aloude Staat en Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden, Amst. 1774-'99, 4 dln. Hij vertaalde de Levens van doorl. mannen van Corn. Nepos, Amst. 1796, was medewerker aan de Bijvoegsels en aanmerkingen op de Vaderlandsche Historie van J. Wagenaar en bezorgde eene nieuwe uit-