[Adolf Juliaan Duclos]
Duclos (Adolf Juliaan), geb. 31 Augustus 1841 te Brugge, werd na zijn priesterwijding professor aan de normaalschool te Thourout, in 1868 onder-secretaris en vervolgens secretaris van het bisdom Brugge, in welke laatste stad hij nog woont. Hij schreef: Veurnes Beschermheiligen, 1870; Tillo de Saks, 1871; Hans Memlinc, zijn leven en zijn schilderwerken, 1871; Sint Dominicus in Suriano, 1872; Eenige Pastoors van Vladsloo, 1872; De oude Kuste van Vlaanderen, 1873; Het heilige Jaar, 1875; Jan Breidel en Pieter de Coninc, 1877; Pius de Groote, eene schets van zijn leven, uitgegeven onder toezicht van de Gemeenzaamheid der jonge werklieden te Brugge, 1878; Het Leven van Z.H. Leo XIII, 1879; Onze Helden van 1302, Eene studie over hunne daden en hunnen geest, in verband gebracht met de Voortijden, 1880; Reivaart of de Wraak van den Tempelier, vaderlandsche tafereelen (1319-1322), 1882. Behalve een Fransch werkje over het bewaren van relieken, gaf hij nog vele bijdragen in Le Beffroi, Bulletin de la Gilde de S. Thomas et S. Luc, in de Katholieke Zondag, in Rond den Heerd van hetwelk hij sedert 1870 hoofdopsteller is, en in het Archievenboek voor geleerde Vlamingen, hetwelk hij in 1876 stichtte. Zijne werken werden allen te Brugge gedrukt.