[Jan Jacob Ducaju]
Ducaju (Jan Jacob), geb. te Antwerpen 14 Juni 1826, toonde reeds in zijne jeugd zekeren kunstenaarsaanleg. Zijn vader wilde hem geen schilder laten worden, doch liet hem het graveeren leeren. In 1843 kwam hij in een fabriek te Turnhout. Het lezen van Consciences werken bracht ook hem aan het schrijven. In 1856 stichtte hij het Volksblad; hij hield zich verder bezig met tooneelarbeid, werd steenteekenaar in zijne geboortestad en overl. aldaar als steen- en boekdrukker op 10 Juni 1883. Hij schreef: Blauwe Schenen, blyspel met zang in 1 bedryf, Antw. 1854; Hedendaegsche Jongheid, 3 verhalen, Antw. 1855; Gustaef en Louisa, tooneelspel in 2 bedryven, Gent 1857; Welkom hier! Wanner vertrekt ge? kluchtspel met zang in 1 bedryf, Gent 1857; Alles is maer een Gedacht, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1858; Sinte Greef of de Graef van Halfvasten, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1858; De Hand Gods, drama in 3 bedryven, Antw. 1860; Eene Vrouw die kan Zwygen, blyspel in éen bedryf, Antw. 1860; De Familie De Vries, drama in vijf bedrijven, Antw. 1884. Zijne Verzamelde Tooneelwerken werden door hem gedrukt en uitgegeven in 1881.