[Josephus Dijckmann]
Dijckmann (Josephus), geb. te Rotterd. 8 Sept. 1820, werd in Sept. 1841 lid van Jesus' Gezelschap, was van 1843-'47 leeraar der syntaxis aan het instituut van Katwijk, onderwees daarop vier jaren de welsprekendheid in het seminarie te Culemborg, werd 17 Sept. 1853 tot priester gewijd, gaf daarna weer de lessen der welsprekendheid eerst te Katwijk, vervolgens te Ravenstein en Mariendaal, werd eindelijk secretaris van den hoogeerw. pater Provinciaal en is sedert 1872 weer in het seminarie van Culemborg werkzaam.
Hij schreef: De Maand van Maria, Leiden 1844, 5e dr. 1875; Korte Regels van den Nederlandschen versbouw, Amst. 1854, 3e dr. 1884; Bilderdijk als Dichter volgens zijne werken, 's Bosch 1871; Bijdragen in den Volksalmanak voor Nederl. Katholieken, in Bloemlezing uit Nederl. Prozaschrijvers en Dichters; Vertaling in dichtmaat van: Sequentia de B.V.M. auctore Em. Domino Joanne de Geissel, Arnhem 1855.
J.H.H.