[Napoleon Destanberg]
Destanberg (Napoleon), geb. 7 Febr. 1829 te Gent, studeerde voor advocaat, doch werd in 1853, bij de stichting van het Nationaal Tooneel te Antwerpen, tooneelist, welke betrekking hij vervulde tot 1858, toen hij zich nog alleen aan de letterkunde en journalistiek wijdde. Zoo werd hij hoofdopsteller van het dagblad De Stad Gent en medewerker van het Journal de Gand in zijne geboortestad, alwaar hij overl. 1 Sept. 1875.
Hij schreef: Trommelaer en trompetter, blijsp., Gent 1853; De Kwakzalvers, blijsp., Gent 1853; De Koopman in kinderspeelgoed, blijsp., Gent 1853; Anne-Mie of de gevolgen eener goede opvoeding, blijsp., Bruss. 1854, (alle vier naar het Fransch bewerkt); Dry kalotten voor één hoofd, oorspronkelijk kluchtspel met zang in éen bedrijf, Antw. 1854; Laurens Coster, drama, Antw. 1856; De Liedjes van Theodoor van Rijswijck, Fantasische vertelling, gemengd met zang, in éen bedrijf en drie tafereelen, Antw. 1856; Boudewijn Hapkin, Lyrisch drama, Gent 1856 (met K. Ondereet); Baes Kimpe's tjakke, kluchtspel in éen bedrijf, door Jan Kadul, Gent 1858; Liedjes voor de Zonder Naam, Gent 1858; H. van Peene en zijne werken, verhandeling bekroond in den prijskamp, uitgeschreven ter gelegenheid der XXVe verjaring der stichting der maatschappij Broedermin en Taalijver, te Gent, Gent 1858; De Zinnelooze van Oostende, zangspel; De Keizer bij de Boeren, zangsp., Drieske Nijpers, klsp., De Boerenkrijg, drama; De dubbele Jacht, zangspel