[Peter Pauwel de Denijs]
Denijs (Peter Pauwel de), te Staden, bij Roeselare, geb. 29 Juni 1849, studeerde aan de normaalschool van Thourout, waar hij in 1868 zijn diploma van onderwijzer en den titel van koster ontving, toen hij in dienst trad als hulponderwijzer te Oost-Nieuwkerke. Den 13 Juni 1870 bekwam hij eene plaats aan de Stedelijke school van Roeselare, vanwaar hij op 15 Nov. 1873 naar Komen trok om er hoofdonderwijzer te worden.
Hij leverde verscheidene dichterlijke bijdragen in de bladen: Het Vlaamsche Volk en De Vereeniging, van Gent, en De Landbouwer, van Roeselare. In het dagblad van Tielt gaf hij een mengelwerk: De Heer van Stadenslot. Afzonderlijk zond hij in het licht: De Inhulding der Dekenij Roeselare, Roeselare 1872; De Wegwijzer van Roeselare, Roeselare 1873; Hendrik Groenlandt, eene geschiedenis uit de jaren veertig, Roeselare 1873; De Strijd der Duisternissen, gedicht, Wervik 1878; Marieken van het Kruishof, zedenschets uit het West-Vlaamsche volksleven, Gent 1879; Hendrik Groenlandt, historische schets uit de ijzingwekkende jaren veertig, Roes. 1880; Het Misdrijf uit het Slot van Komen, historische roman uit de middeneeuwen, Roes. 1881; Een Handdruk aan Vrienden, leperen 1882; Door de Wereld, gedichten, door P.P. Denijs, met eene plaat door Mej. Louisa de Hem, Gent 1887.