[Mr. Jan Hudde Dedel]
Dedel (Mr. Jan Hudde), te Amst. in 1702 geb., stud. te Leiden sinds 1720 en prom. daar in 1723, was burgemeester van 's-Gravenhage en postmeester aldaar; hij overl. er 26 November 1777.
Hij heeft vijf hekeldichten en eenige Bijschriften van Boileau Despreaux vertaald, 's-Hage 1754. Voorts vindt men van hem een uitvoerig dichtstuk: Op Mr. Cornelis de Witt tot burgemeester van Dordrecht verheven, gedagteekend 1 April 1745 in Het Dichtkundig Praaltooneel van Neerlands Wonderen, IV, 191-197, waarin zijne staatsgezinde ontboezeming natuurlijk niet vriendelijk wordt beoordeeld. Nog in 1774 las hij in 't Haagsche dichtgenootschap, waarvan hij beschermheer was, een gedicht voor: Aen mijnen Tuinman, welke ‘gouden vaarzen, uit het breinrijk hoofd des grooten Mans’ voortgekomen, met een